Chaos is geen ontwikkelingsmodel

Alleen op verkiezingsdagen zijn de snelwegen van Lagos verlaten
Alleen op verkiezingsdagen liggen de snelwegen van Lagos er verlaten bij, want bewoners mogen hun woonwijk dan niet uit

 

 

Als je vlees wilt eten, maak dan de koe tot je beste vriend. Nigerianen beschikken over zelfspot en vatten de hebzucht in hun land in spreuken. Verkoop je ziel als je uit de ruif wilt mee-eten.

Nigeria werkt aan een consumptieparadijs voor zijn 170 miljoen inwoners (van wie 70 procent onder de 30 jaar), gefinancierd door de bijna onuitputtelijke voorraden aan olie en gas. Woorden als socialisme, sociaaldemocratie en gelijkheid komen nauwelijks nog voor in het politieke vocabulaire. De vrije markt dicteert de idealen.

Kolossale advertentieboorden langs de snelwegen schreeuwen de ultieme idealen van die consumptiestaat in je gezicht. Voor de meest sjieke alcoholische drankjes, voor creditcards en banken en voor de laatste en duurste automodellen. Voor de gewone man in de middenstand geldt vooralsnog het ideaal om na een dag hard werken met voldoende inkomen thuis te komen om brandstof te kopen voor het aggregaat (de openbare stroomvoorziening biedt slechts enkele uren per dag elektriciteit). Om dan de stinkende oksels te besproeien met een nieuwe spray. Waarna verkoeling volgt door het drankje Sweet Sensation. Om ten slotte met vrouw en kinderen, tevreden naar een Nigeriaanse soapserie of Big Brother Africa te kijken op een breedbeeldtelevisie.

Aan het einde van de week brengt de huisvader zijn gezin voor geestelijke verzorging naar een van de tienduizenden kerkgenootschappen. De Mountain of Miracles bijvoorbeeld, of de Wonderland church, happy clappy kerken met urenlange diensten waarin wordt gezongen, gedanst, geschreeuwd en gehuild. Om de werkelijkheid te vergeten. Die kerken doen ook onverminderd mee aan de hebzucht die een consumptiemaatschappij oproept. De kerkleiders verdienen mega geld aan hun gemeente, die met gulle hand geeft “want God zal het gedoneerde bedrag vertienvoudigen”.

Voor dit wonderbaarlijke consumptiegenot proppen miljoenen zich in Lagos uren in de files, over wegen waarlangs soms dagenlang een lijkt ligt te verrotten, leven ze naast bergen afval en verduren ze corrupte ambtenaren en gewapende overvallers. Honderdduizenden wonen in drijvende sloppenwijken of andere armoedebuurten die regelmatig door de overheid worden platgewalst. Opgroeiende kinderen kunnen door het autogevaar nooit buiten spelen en groeien op met besmette longen, zonder parken en zonder groen. De overheid werkt niet of nauwelijks, de staat faalt. Gouverneur Babatunde Fashola bracht enige orde in die urbane waanzin door bomen te planten en het vuil langs de snelwegen te laten opruimen, maar Lagos blijft volgens alle objectieve maatstaven voor de meerderheid van zijn bewoners een onleefbare stadsjungle. Waanzin valt niet te hervormen.

Altijd dat getoeter, je ontwaakt erdoor en je probeert het te negeren bij het slapengaan. De Nigerianen die zich een auto kunnen permitteren, ontwikkelden een kamikazestijl van rijden. De overvolle steden lijken egoïsme en agressiviteit op te wekken, iedereen strijdt voor iedere halve meter, alsmaar toeterend. Iedereen zigzagt gevaarlijk van links naar rechts. Tweebaanswegen veranderen in vierbaanswegen, want ook over de middenberm en de vluchtstrook valt te rijden. Een massa ronkende vrachtwagens, antieke auto’s en luxe terreinwagens, gelardeerd met door jongeren met mondlappen bereden tuffende brommertjes  en scootertaxi’s. Elk uur van de dag in de file, ook op zaterdagnacht vanwege het uitgaansleven en zondagochtend vanwege de kerkgang.

Steden op het continent waren voor de onafhankelijkheid in 1960 vaak uitgestrekte, koloniale tuindorpen. Dorpjes waren nederzettingen van houten huizen. Door de olieboom en de urbanisatie werden dorpen drukke steden, de steden krankzinnige metropolen. De steden oefenden grote aantrekkingskracht uit omdat daar het grote oliegeld aanwezig leek, maar ze boden nauwelijks werk. Steden behoren werk te creëren en creativiteit op te wekken. Maar zo functioneren ze niet in Nigeria. Ze zijn magneten voor werkzoekenden en werden poelen van werkelozen. Oliewinning levert nu eenmaal veel geld op maar verschaft weinig werk.

Het platteland werd meegetrokken in de onevenwichtige ontwikkeling en wordt nu ook geteisterd door de autochaos, advertentieborden, criminaliteit. Lagos werd in de jaren vijftig gebouwd voor 60.000 inwoners. De economische hoofdstad van Nigeria langs dampende kreken en lagunes herbergt nu tussen de 15 en 20 miljoen mensen. Allemaal op een kluitje. Ieder in de ratrace voor kruimels.

De scheefgroei is enorm. Eén procent van Nigerianen bezit 80 procent van de welvaart. Bij het streven om de millennium doelstellingen van de Verenigde Naties voor sociale rechtvaardigheid te bereiken, is Nigeria zo’n beetje de slechtste performer van Afrika. Het land kent de grootste verschillen tussen arm en rijk ter wereld. De decadentie kent geen limiet. Nigerianen praten met cynisme over hun rijkdom aanbiddende leiders: de president met vijftien vliegtuigen, de zakenman met tien jets, de gewone politicus met vijf auto’s. „Politici zijn criminelen”, schimpt het hoofd van een organisatie die armoede bestrijdt. “Denk niet dat we deze inhaligheid accepteren. De gewone man is kwaad, chaos is geen ontwikkelingsmodel. Vóór de olie-bonanza bestond er wel discipline, was er minder corruptie en toonden Nigerianen meer menselijkheid tegenover elkaar”.

17 miljoen Nigerianen wonen in het buitenland. Omdat hun vaderland onleefbaar werd? Wanneer je ten westen van Lagos naar buurland Benin rijdt, valt direct na de grensovergang de druk van je af, weg is de kakofonie van autogeluiden, de geur van uitlaatgassen en gistend afval, de agressiviteit van te veel mensen in een te kleine ruimte.

Niemand in het bijzonder treft blaam voor de uitwassen, behalve misschien de politici. Maar misschien wordt het tijd om vragen te stellen? Over de haalbaarheid van dit “ontwikkelingsmodel”? Zouden journalisten niet veel kritischer moeten berichten over het onmenselijke van de ontstane consumptiedrift in een falende staat als Nigeria, zoals ze berichten over andere misstanden op het continent? Want Nigeria -de volksrijkste natie met de grootste economie- geeft het voorbeeld.

Lagos gold jaren geleden als het schrikbeeld voor wat Afrika te wachten stond als in falende staten ongecontroleerd de rijkdom zou groeien, en daarmee de ongelijkheid, de chaos, de criminaliteit. Nu zijn vrijwel alle Afrikaanse grote steden uitgegroeid van een gemoedelijke chaos tot een gevaarlijke warboel. Nairobi, Accra, Port Harcourt, Dar es Salaam…..Het uit het rijke Westen geïmporteerde consumptiemodel krijgt Afrika in zijn wurggreep.

 

Chinua Achebe schrijft in zijn in 1983 uitgekomen boek The trouble with Nigeria:

One of the commonest manifestations of under-development is a tendency among the ruling elite to live in a world of make-believe and unrealistic expectations. This is the cargo cult mentality that anthropologists sometimes speak about- a belief by backward people that someday, without any exertion whatsoever on their own part, a fairy ship will dock in their harbour laden with every goody they have always dreamed of possessing.

 

Dit stuk is gebaseerd op een op 10 september 2014 gepubliceerde column in NRC Handelsblad

 

Leave a Comment

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

ERROR: si-captcha.php plugin: securimage.php not found.